
Ouders
Iets wat ik geleerd heb als ouder van drie vermoedelijk (hoog)begaafde kinderen (ze zijn (nog) niet getest, omdat dit niet nodig was om ze te bieden wat ze nodig hebben en wat zegt een iq score nou eigenlijk? Dit blijft een moment opname. Het gaat erom dat ze gezien worden en een aanbod krijgen wat bij ze past, in mijn optiek staat dit los van een iq score. Op het moment dat ze lesstof krijgen waar ze vragen over hebben, wat ze interessant vinden, waarvan ze ‘aan’ van gaan staan, op dat moment krijgen ze wat ze nodig hebben en wat ligt in de zone van hun naaste ontwikkeling. Stel dat ze een iq score hebben, dan nog zal het zoeken zijn welke verrijking/verdieping passend is voor ze. Maar ik snap dat het voor scholen en soms ook ouders, fijn kan zijn om duidelijkheid te hebben door middel van een iq-score.)
Regelmaat en duidelijkheid
Ze kunnen makkelijk leren en willen ook graag nieuwe dingen leren, dat hebben we ontdekt. Ze zijn hoogsensitief, ook dat was snel duidelijk door de heftige manier waarop ze reageren op prikkels van buitenaf. Als je kijkt naar ‘het zijnsluik’ van Tessa Kieboom of naar de vijf overexitabilities van Dabrowski, zien we ook zoveel herkenning. Daarnaast als we thuis met ons gezin zijn in de vakantie, dan heerst er rust en herkenning en kunnen ze heerlijk met zijn drieën spelen ze zijn met ‘peers’. Op vakantie vraagt dan wel weer een andere vaardigheid, want dat is uit de comfortabele zone. Daar kan het ene kind makkelijker mee omgaan dan de ander. Vooral regelmaat en duidelijkheid zijn dan de key-words en een balans tussen actieve activiteiten en rustmomenten.
Wiebelen en friemelen
Een eye-opener was het moment dat ik het boek ‘leven met intensiteit’ las over de thoerie van Dabrowski, dat ‘snel praten’ een uiting is van psychomotorische overexitabilty. Ik weet nog zo goed dat ik vroeger altijd te horen kreeg ‘dat ik niet zo snel moet praten’. Dit is echter voor mij een manier om mij psychomotorisch te uiten. Een ander zal misschien niet stil kunnen zitten (kan ik ook niet trouwens..). Hieruit valt ook te verklaren dat kinderen die zich vervelen, de hele tijd wiebelen, rondjes lopen. Terwijl ze met volle focus, heel stil en aandachtig kunnen zitten. Hoe vaak hoor je wel niet de combi adhd met hoogbegaafdheid. Maar is het wel adhd? Of is het een kind wat nog niet het passende aanbod krijgt, waardoor het zo beweeglijk is? Of is het een kind wat bewegen nodig heeft om ‘aan’ te staan en zo juist makkelijker leert en dingen onthoudt. (zie het boek ‘wiebelen en friemelen’).
Sterke wil
"Ik leer daar toch niets en ze snappen mij niet"
Wat ik eigenlijk wil vertellen is, dat ik als moeder, als zus en ook als persoon, weet hoe lastig het kan zijn om thuis om te gaan met de sterke wil van (hoog)begaafde kinderen, met hun creativiteit, hun wensen, hun (soms heftige) frustratiebuien. Op het moment dat ze iets moeten, wat ze niet willen of lastig vinden (zoals type diploma, muziekles), maar hoe goed dat ze dit doen, want dan leren ze om ergens moeite voor te doen. Het rechtvaardigheidsgevoel tijdens het spelen van spelletjes. Maar ook hoe het is als je kind uit school vandaan komt en niet meer naar school wil ‘omdat het daar toch niets leert’, of ‘omdat ze mij niet snappen’.
Contact leggen
Ik vind het dan ook heel belangrijk om in mijn begeleiding, maar ook met de ouders van mijn klassen, contact te hebben. Voor mij is het belangrijk om te weten hoe het thuis gaat. Waar lopen ouders tegenaan, hoe zien zij hun kind, hoe komt hun kind uit school, hoe gaat het kind ’s ochtends naar school. Zeker bij een discrepantie tussen thuis en school, is het voor mij belangrijk om te kijken hoe dit komt en hoe we ervoor kunnen zorgen dat deze discrepantie verminderd wordt. Wat heeft het kind nodig om op school hetzelfde te laten zien als thuis (hun veilige basis).